Dolle Mina – Erwin de Vries (1968)
Daar staat ze: Dolle Mina. Verdekt opgesteld tussen de parasols en terrasstoelen. Dat is niet iets wat we gewend zijn van Dolle Mina’s, maar met baas in eigen buik heeft dit beeld dan ook niets te maken. Kunstenaar Erwin de Vries liet zich inspireren door erotische vormen. Zou ze daarom Dolle Mina heten? Iets verderop in Zuidoost staat Erectus, een ander werk van De Vries. Dit werk is niet in de route opgenomen, maar je kunt het zeker onderweg tegenkomen. Erectus doet zijn naam in ieder geval eer aan en bestaat uit drie stroperige palen die rechtop uit de grond steken.
Maar nu staan we bij Dolle Mina. Haar sokkel is een lekker zitplekje voor voorbijgangers. Regelmatig strijkt hier iemand neer om even bij te komen van alle superdeals en limited offers die je om de oren vliegen in de Amsterdamse Poort. Haar billen zijn een goed hoofdsteuntje en haar kuiten erg geschikt om je tas tegenaan te zetten.
De Surinaamse kunstenaar Erwin de Vries maakte dit beeld in 1968 voor een winkelcentrum in Lelystad. Toen het winkelcentrum in 2000 werd verbouwd moest het kunstwerk weg en is zij cadeau gedaan aan stadsdeel Zuidoost. De Vries was niet alleen beeldhouwer, maar ook schilder, graficus en tekenaar. Het slavernijmonument in het Oosterpark is overigens ook gemaakt door De Vries.
Surinamers in Zuidoost
Als je door de Amsterdamse Poort loopt kun je niet heen om de vele Surinaamse invloeden. Eetzaakjes met roti en schoonheidssalons gespecialiseerd in zwarte krullen. Suriname en Nederland delen een geschiedenis en dat is zichtbaar in Zuidoost.
Het was in de zeventiende eeuw dat Nederland Suriname en een aantal eilanden van de Kleine Antillen koloniseerde. Slavernij en slavenhandel maakten dit tot een lucratieve business. Hoewel slavernij officieel nooit is toegestaan op Nederlandse grond, is veel van de weelde die je vandaag de dag ziet in Amsterdam mede mogelijk gemaakt door deze uitbuiting aan de andere kant van de oceaan. In 1863 werd de slavernij afgeschaft in Suriname, maar pas in 1954 eindigde de kolonisering en werden de bewoners van Suriname Nederlandse burgers. Nu hadden zij het recht naar Nederland te verhuizen, maar uit angst dat dit zou komen te vervallen wegens de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 kozen velen ervoor om begin jaren ‘70 naar Nederland te komen. Uiteindelijk verhuisden zo’n 140.000 Surinamers naar Nederland, bijna de helft van de Surinaamse bevolking. Dat betekende 140.000 mensen extra die op zoek gingen naar een woning in Nederland, waar toch al een woningcrisis heerste.
In de Bijlmer was meer dan genoeg woonruimte. De gigantische betonnen flats bleven bijgebouwd worden, ook al hadden de woonstichtingen moeite de eerste flats vol te krijgen. Uiteindelijk zijn er 31 flats gebouwd met 13.000 appartementen waarvan er honderden leegstonden. Toch werden de Surinaamse en Caribische nieuwkomers niet met open armen ontvangen. In sommige flats werden quota’s gehanteerd met een maximum aan migranten. Ook in andere delen van Amsterdam (en Nederland) werden Surinamers geweigerd. Omdat er woningen leeg bleven staan in de Bijlmer, maar tegelijkertijd veel mensen geen huis konden vinden, zijn er uiteindelijk veel woningen gekraakt. De Bijlmer werd een plek waar je terecht kon als je nergens anders naartoe kon. Nog steeds wonen er in Zuidoost veel mensen van Surinaamse of andere migratieafkomst, over het algemeen niet meer uit noodzaak maar als een bewuste keuze.
Als je nu hier in de Amsterdamse Poort staat is er weinig te merken van de leegstand in het verleden, Zuidoost is booming business. Elke werkdag tussen twaalf en een krioelt het op dit plein van de forenzen, witte kantoormannen in grijze pakken op weg naar een lunch. Dolle Mina steekt met haar ronde vormen af tegen alle hoekige jassen. Maar na enen keert de gebruikelijke gang van zaken weer terug en hebben de bewoners van de Bijlmer weer de overhand. Dolle Mina blijft rustig staan, als verdekt opgesteld beeld van de bekendste Surinaamse beeldhouwer als cadeau voor de Surinaamse gemeenschap.