In the Mother Tongue of a Warrior Poet

Wanneer: 12 september 2024 - 23 november 2024

Carlos Amorales, Silvia Gatti, Ramaz Goiati, Bodil Ouédraogo, Natalia Papaeva, Janneke Stofmeel.

Taal vormt een belangrijk onderdeel van onze identiteit, én vormt onze identiteit. Woorden kunnen definiëren wie en wat we zijn. NEXT-curator Zela Odessa Palmer koos zes internationale kunstenaars die elk op hun eigen manier bezig zijn met de (dis)functie van taal en de gecompliceerde relatie met identiteit. In the Mother Tongue of a Warrior Poet opent op 12 september. Rond de tentoonstelling wordt een publiek programma georganiseerd, dat binnenkort wordt bekendgemaakt.

Meld je aan voor de opening

Niet iedereen wordt of voelt zich gerepresenteerd door taal. De woorden die we gebruiken stellen sommigen in een slecht daglicht; anderen worden volkomen genegeerd. In deze tentoonstelling worden deze groepen wel gerepresenteerd – de kunstenaars verbeelden hoe zij hun eigen identiteit vinden in woorden. Dat doen ze door middel van multidisciplinaire installaties, video’s, tekeningen, sculpturen en textielwerken. Hiermee nodigen de kunstenaars bezoekers uit na te denken over hun eigen taalgebruik.

Het idee voor de expositie is deels geïnspireerd door Audre Lorde’s essay Poetry is Not a Luxury. Daarin betoogt zij hoe poëzie voor gemarginaliseerde groepen een essentieel middel is voor weerstand en overleving.

Carlos Amorales (Mexico City, Mexico, 1970) is een van Mexico’s grootste hedendaagse kunstenaars. Hij is bezig met thema’s als migratie en diaspora en de gevolgen hiervan op de taal die iemand spreekt. In zijn video en publicatie “Life in the Folds” geeft hij vorm aan het vervreemdende gevoel te leven tussen twee talen, landen en culturen.

Silvia Gatti (Parma, Italië, 1983) onderzoekt de grenzen van het menselijk lichaam en maakt daarvan levensgrote tekeningen en video-installaties op basis van poëtische teksten. Ze focust op  fysieke en digitale taal.

Ramaz Goiati (Rustavi, Georgië, 1966)maakt in zijn werk veel gebruik van het Georgische alfabet, dat hij op verschillende manieren vormgeeft. Hij refereert naar de snelle, conceptuele ‘woordenwereld’ waarin we leven, een wereld waarin woorden belangrijker zijn dan gevoelens.

Bodil Ouédraogo (Amsterdam, Nederland, 1995) is in haar praktijk altijd op zoek naar haar ‘Zelf’- haar eigen identiteit – door middel van kleding. Met haar textiele werken bespreekt zij haar Europees-Afrikaanse afkomst en thema’s als diaspora en familie. Ze kreeg in 2022 de Amsterdamprijs voor de Kunst.

Natalia Papaeva (Buryatia, Siberië, 1989)gebruikt taal als een manier om de gevolgen van kolonialisme te bespreken. Haar persoonlijke ervaringen deelt ze in vertellingen, door middel van site-specific video-installaties waarin zij gebruik maakt van herhalingen in haar (moeder)taal.

Janneke Stofmeel (Den Haag, Nederland, 2000) maakt abstracte textiele werken op de naaimachine. In haar artistieke praktijk onderzoekt zij de ambiguïteit van taal en reflecteert daarmee op directe en poëtische communicatie. Haar thema’s zijn onder andere feminisme en de toegankelijkheid van taal.

Beeld: Carlos Amorales